Czeslaw Milosz |A Poem for the end of the century
Click To Frontpage

 International 

Political Newsreview
The Amsterdam Post 
Afghan war docs

Afghanistan debat Tweede Kamer
Vergaderjaar 2001-2002
24ste vergadering
donderdag 15 november 2001
ONGECORRIGEERD STENOGRAM 
(aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend)

Bijdrage van de heer Van den Berg (Kamerlid SGP), plus interrupties

De heer Van den Berg (SGP): Mevrouw de voorzitter. Wie A zegt, moet ook B zeggen. Op grond van deze gedachte heeft mijn fractie direct de brief van de regering van 9 november verwelkomd als een buitengewoon goede onderstreping van de solidariteit met de VS. Mijn fractie heeft steeds gezegd: die solidariteit is er en die moeten wij blijven betonen. Wij moeten ons een betrouwbare bondgenoot tonen. Welnu, wij waarderen de inzet van de regering. De militaire inzet die nu wordt gepleegd, mag er zijn en is substantieel. Dat vinden wij een goede zaak. Overigens is de situatie inmiddels zodanig veranderd en verandert zij nog steeds zozeer, dat het nu niet zo zinvol is om die bijdrage van stap tot stap te bespreken. In algemene zin betuigt mijn fractie haar steun aan deze inzet, maar zij vraagt zich wel af wat de situatie van dit moment is. Welke consequenties heeft die huidige situatie voor de Nederlandse bijdrage? Ik neem aan dat een en ander van uur tot uur onder de loep wordt genomen. De brief van 15 november biedt ons meer inzicht, maar zij is niet volledig. Dat kan ook niet. Ik hoop dat de bewindslieden ons nog tijdens dit debat nader kunnen informeren. Verder gaan wij ervan uit dat, alvorens daadwerkelijk Nederlandse militaire middelen worden ingezet, dit onmiddellijk aan de Kamer wordt gemeld, opdat wij daarvan op de hoogte zijn. In Afghanistan zijn de zaken zeer snel verlopen, veel sneller dan verwacht en ook door sommigen gehoopt. Dit stelt ons weer voor nieuwe problemen. Het kan niet de bedoeling zijn, het Talibanregime te verdrijven wanneer dit tot het gevolg heeft dat een omgekeerde situatie ontstaat waarin de Noordelijke Alliantie een gewelddadig of militaire bewind gaan voeren. Dan zijn wij natuurlijk niet veel opgeschoten. Wezenlijk is er dan geen winst. Hoe wordt nu voorkomen dat een politiek en militair vacuüm ontstaat en dat er uit humanitair oogpunt onaanvaardbare situaties ontstaan? De berichten over en de beelden van standrechtelijke executies en het doden van krijgsgevangenen hebben ook ons bereikt. Het zijn zaken die ons met afschuw moeten vervullen. Voorzitter. Zelfs al zou het Talibanregime geheel worden verdreven -- voor zover ik weet, is dat op dit moment nog niet het geval -- is het einddoel van de operatie natuurlijk nog niet bereikt. Het ging en gaat immers om het bestrijden van het terrorisme, in concreto om het opsporen en straffen van Bin Laden en het oprollen van zijn netwerk. Dat is nog niet bereikt. Het bestrijden van terrorisme vergt een andere aanpak dan alleen met bombardementen en dergelijke kan worden bereikt, hoe noodzakelijk dat ook was. De vraag is daarom: hoe gaat de strijd nu verder en hoe wordt die strijd vormgegeven? Dat blijkt niet uit de brieven die ons zijn voorgelegd. Ik neem aan dat de regering voortdurend door de Amerikaanse administratie op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkelingen op dat front en dat wij op de hoogte worden gehouden voor zover dit uiteraard, met alle restricties, mogelijk is.

Dat roept een vraag op die al door collega's is gesteld maar ook bij ons leeft. Hoe zijn wij, zeker gezien onze substantiële bijdrage, nu concreet betrokken bij de besluitvorming? In welke gremia vindt die plaats? Welke wijzen van informatievoorziening zijn er? Een andere vraag die leeft bij mijn fractie is hoe nu precies de visie van de Nederlandse regering is op de rol van de Verenigde Naties in Afghanistan. Ik heb dat niet helemaal kunnen opmaken uit de toespraak van minister Van Aartsen tot de VN. Ik meende nog enkele nuanceverschillen bespeurd te hebben. Welke rol is precies voor de VN weggelegd en hoe verhouden de VN zich tot de vorming van een coalition of the willing, waarvan sprake is? Over de brief van heden heeft mijn fractie de volgende vragen. Wij hebben gelezen over de inzet van Nederlandse maritieme middelen in het Caribisch gebied, een goede zaak. Wij zijn daar al present, met belangrijke taken. Wordt daar een versterking van die inzet aan toegevoegd? Zal dat geschieden onder het bevel van de commandant zeemacht in het Caribisch gebied? Of gaat het om middelen die aan de Amerikanen ter beschikking worden gesteld, om hun vertrek daar op te vangen met misschien andere bevelsverhoudingen? De situatie in dat gebied was nog onlangs in de Kamer onderwerp van discussie. Denk maar aan het FOL-verdrag en de verhoudingen die daaruit voortvloeien. Ik neem aan dat op dit punt ook nog nadere besluitvorming zal plaatsvinden. Wij vinden het humanitaire spoor erg belangrijk, zeker op dit moment. De nu ontstane situatie biedt aan de ene kant extra mogelijkheden voor belangrijke humanitaire hulp, ook vanuit de buurlanden, terwijl er aan de andere kant chaos en verwarring is, hetgeen altijd slecht is voor de humanitaire situatie. De winter valt in. Mijn fractie zou het op prijs stellen als de Nederlandse regering een belangrijke rol speelde in het aanbieden van hulp ter plaatse, ook financieel. Ik weet dat men dat wil. Welke concrete mogelijkheden zijn er voor Nederland om de humanitaire noodsituatie, die zich met de winter voor de boeg aftekent, te kunnen voorkomen? Terrorismebestrijding moet in het kader van de Nederlandse bijdrage zeker extra aandacht hebben. Wij vragen bijzondere aandacht voor de dreiging met biologische, chemische en nucleaire wapens. Wij wensen de regering veel wijsheid en sterkte bij de belangrijke besluiten die nog genomen moeten worden.

 

 


Updated, zondag 26 januari 2003
Today is The Day...

...AP Online
 

(Colofon)
hosted by
Hosted by XS4ALL

Go to The Top

© Layout 

mailto:

The Amsterdam Post

The Amsterdam Post

Only Words
Only Wordy
Only Worthy
Free