Czeslaw Milosz |A Poem for the end of the century
Click To Frontpage

 International 

Political Newsreview
The Amsterdam Post 
Afghan war docs

Afghanistan debat Tweede Kamer
Vergaderjaar 2001-2002
24ste vergadering
donderdag 15 november 2001
ONGECORRIGEERD STENOGRAM 
(aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend)

Bijdrage van de heer Van Middelkoop (Kamerlid ChristenUnie), plus interrupties

De heer Van Middelkoop (ChristenUnie): Mevrouw de voorzitter. De ontwikkelingen de laatste dagen in Afghanistan gaan zó snel dat de agenda van onze Kamer moeite heeft ze bij te houden. Het heeft er de schijn van dat we vandaag debatteren over een Nederlands militair aanbod aan de Verenigde Staten voor een oorlog die al bijna afgelopen is. Laten we ons allereerst over dat laatste verheugen, in een overigens zeer gedempte toonzetting, want erg veel is nog onzeker. Er is in Afghanistan één constante, namelijk dat de buitenwereld weinig greep heeft op de politieke en militaire ontwikkelingen in dat land. President Bush waarschuwde de Noordelijke Alliantie, niet over te gaan tot het in bezit nemen van Kabul. Het Pentagon leek de Alliantie meer ruimte te geven. Dat was in zoverre meer realistisch dat men van een bevrijdings- of verzetsbeweging toch moeilijk kan verlangen te stoppen vlak voor de zolang nagestreefde overwinning. Hoe dan ook, Kabul en andere Afghaanse steden zijn bevrijd van het repressieve en vrouwenvernederende Talibanregime. Afghaanse vrouwen, die al jaren hun gezicht hadden verloren, krijgen dat weer terug; de stad krijgt meer kleur. Anders dan sommigen hier hadden verwacht, heeft de bevolking aldaar de bevrijders met vreugde ingehaald. Waar het vervolgens om gaat, is te voorkomen dat een religieus fundamentalistische repressie wordt verdrongen door een etnische, en ook dat de sentimenten van een bijltjesdag zoveel mogelijk worden bedwongen. Hier ligt een taak voor de internationale gemeenschap. Ik ben het eens met de uitspraak van de minister van Buitenlandse Zaken, eergisteren in New York gedaan, dat de Afghanen zelf de dragers moeten zijn van een nieuwe politieke structuur en dat die derhalve niet van buitenaf opgelegd mag worden. Voor de VN is een rol weggelegd, zo zei hij ook, als katalysator en adviseur, maar niet als een beheersautoriteit. Erkent hij dat deze taal iets meer bescheiden is dan die van een maand geleden in Gent waar de informele Europese Raad uitsprak dat een en ander moest worden bevorderd "onder auspiciën van de Verenigde Naties"? De minister zal zich mijn scepsis daarover, naar voren gebracht tijdens de begrotingsbehandeling, herinneren. Er is intussen nog veel onduidelijk over de internationale rolverdeling. Hoe oordeelt de minister over de eigen rol van de zogenaamde "zes plus twee", te weten de VS en Rusland met Pakistan, China, Iran, Tadzjikistan Oezbekistan en Turkmenistan? Ik zou daar een positieve grondhouding voor willen bepleiten. Ik begrijp dan ook slecht waarom de minister in de Veigheidsraad heeft gezegd dat Afghanistan niet het prerogatief van de "zes plus twee" is. Waarom zo zuur? De speciale VN-afgezant Brahimi wil de "Groep van 21" nieuw leven inblazen. Ook Nederland behoort daartoe. Mag ik daar het oordeel van de minister over? Wat stelt hij zich concreet voor bij deze Nederlandse participatie? Voorzitter. De minister heeft zich positief uitgelaten over de optie van Brahimi voor een multinationale troepenmacht. Het zou daarbij dan meer in het bijzonder moeten gaan om een vredesmacht, samengesteld uit soldaten afkomstig uit moslimlanden. Dat laatste vraagt dan wel om een eigen argumentatie en rechtvaardiging. Immers, het selecteren voor een vredesmacht langs godsdienstig-culturele lijnen is nieuw en lijkt op gespannen voet te staan met het karakter van de VN. Graag verkrijgen wij uitleg en verantwoording van de minister. Is het overigens waar dat Brahimi aanvankelijk in het geheel geen voorstander was van het zenden van buitenlandse troepen, maar zich nu door de feiten, in casu de plotsklapse ineenstorting van het Talibanregime, gedwongen voelt te zorgen voor een veiligheidsarrangement rond het nieuwe Afghaanse bestuur? Hoe snel kan een vredesmacht ter plekke worden ontplooid? Ik denk dat de Afghanen toch de meeste verantwoordelijkheden zelf zullen moeten dragen. Dat hoeft niet bezwaarlijk te zijn zolang de Noordelijke Alliantie openstaat voor het delen van de macht met andere Afghaanse politieke en etnische leiders. Onze humanitaire steun en wederopbouwhulp moeten mede dat bevorderen. Voorzitter. De vluchtelingenstroom is minder groot dan eerst werd gevreesd, maar de zorgen daarover gelden onverkort. Geldt nog altijd het verzoek aan Pakistan om de grenzen te openen of is dit door de feiten achterhaald? Hulporganisaties kunnen nog altijd nauwelijks Afghanistan in. Wil de regering initiatieven nemen om te bevorderen dat deze organisaties hun noodzakelijke werk kunnen beginnen? De oorlog tegen dit terrorisme is daarmee nog niet voorbij. Bin Laden en zijn netwerk zijn nog niet vernietigd. Het militaire aanbod, al dan niet in te wijzigen vorm, van de regering behoudt haar betekenis.

Alvorens daar afrondend iets over te zeggen, wil ik nog wel graag van de regering horen wat zij weet van het decreet van president Bush voor een militair tribunaal om terroristen te berechten en ook wat haar oordeel daarover is. Is zo'n tribunaal internationaal-strafrechtelijk legitiem? Kan dit gevestigd worden geheel buiten de VN om? Dit zijn voor mij geheel open vragen. Ik heb op dit punt geen oordeel. Ik herinner aan het eerder gegeven oordeel van de regering dat, zoals de heer Melkert weet, inhoudt dat de VS het recht hebben Bin Laden en consorten te berechten. Het lijkt me niet nodig alle aspecten van het Nederlandse militaire aanbod thans te beoordelen. Ik spreek mijn waardering uit voor dit concrete bewijs dat onze eerder uitgesproken solidariteit niet bij woorden alleen hoeft te blijven. Iedereen die op 12 september akkoord ging met de artikel 5-beloften op grond van het NAVO-bondgenootschap, kon weten dat dit een consequentie zou kunnen zijn. Daar lopen wij niet voor weg. Het is, zo vraag ik volledigheidshalve, toch een aanbod aan de VS en niet aan de VN? Er lag een verzoek van de Amerikanen aan ten grondslag. Mag verwacht worden dat eerdaags overleg plaatsvindt over de betekenis van dit verzoek en ons aanbod in het licht van de inmiddels gewijzigde omstandigheden? Is in Tampo ook de vraag aan de orde geweest waarom de VS kennelijk een coalition of the willing op grond van artikel 51 van het VN-Handvest prefereren boven een beroep op de NAVO als zodanig? Ik meen dat de minister van Defensie deze vraag wel kan beantwoorden. Kan, zo vraag ik tenslotte, uitgelegd worden welke strategische motieven ten grondslag liggen aan het besluit maritiem present te zijn in de Perzische Golf en de Arabische Zee? Toch niet omdat Nederland daar VOC-ervaringen heeft. Is er een reële dreiging van Irak of bedreiging van de lijnen van olietoevoer? Oftewel: hoe groot is het monster Bin Laden inmiddels geworden dat kennelijk zoveel gemobiliseerd moet worden?

De heer Hoekema (D66): Mevrouw de voorzitter. Wij kennen de heer Van Middelkoop als een toegewijd lezer van de Grondwet. Mag ik hem de vraag stellen hoe hij de door het kabinet voorgestelde bijdrage beziet in termen van de artikelen 97 en 100 of iets daar tussen in?

De heer Van Middelkoop (ChristenUnie): Misschien wilt u het als een majeur politiek feit markeren, dat ik daar nu niet over heb gesproken. Soms heb ik daar totaal geen behoefte aan, maar ik wil er nu wel iets over zeggen. Ik heb een iets ander oordeel dan de heer Rosenmöller of de heer Melkert over de reactie van de minister van Defensie. Ik vond het niet eens zo'n gekke opmerking van hem dat gedacht moet worden in termen die tussen de artikelen 97 en 100 in liggen. De politieke en de juridische werkelijkheid verschillen wel eens. Mij gaat het om het volgende. Je moet artikel 100 gebruiken waarvoor het is geschreven, te weten voor situaties waarin je als regering en parlement alle vrijheid hebt om nee te zeggen. Er is bijvoorbeeld een verzoek van buiten, bijvoorbeeld van de SG van de VN. Onder parlementair voorbehoud doet de regering dan een aanbod en niet meer dan dat. De situatie waarmee wij nu te maken hebben is een wezenlijk andere. De situatie die zich nu voordoet vloeit voort uit het besluit van de NAVO op 12 september. Vervolgens is er het besluit van de Noord-Atlantische raad op 3 oktober geweest, waarmee wij instemden met een achttal maatregelen. Dat betekent dat het aantal vrijheidsgraden, waarvoor artikel 100 is geschreven: de klassieke peace keeping operaties, zich hier niet voordoen. Dat is mijn volle overtuiging. Daarom heb ik het liever niet over artikel 100, maar ik zou het wel waarderen als de regering zoveel mogelijk opereert in de geest van artikel 100 en de Kamer dus informeert. Daarover heb ik nu niet echt te klagen. Natuurlijk, mijnheer Hoekema, wij weten dat u altijd veel meer wilt weten. Daarom stelt u ook veel vragen, maar ik vind die niet de meest belangrijke. Voor de verantwoordelijkheid die ik wil dragen, ben ik voldoende geïnformeerd.

De heer Hoekema (D66): Voorzitter. Ik respecteer de redenering van de heer Van Middelkoop. Is het echter niet van belang de nieuwste Veiligheidsraadresolutie te relateren aan de strijd van de coalitie tegen internationaal terrorisme? De in artikel 100 genoemde internationale rechtsorde komt bij die strijd dan nadrukkelijk in beeld.

De heer Van Middelkoop (ChristenUnie): Mevrouw de voorzitter. Als de heer Hoekema dat nodig vindt, wil ik dat doen. Ik begrijp overigens de vraag niet helemaal. Ik meen echter dat mijn uitleg van het toepassen van de constitutie, waarover ik zonder deze vragen zou hebben gezwegen, voldoende kan zijn.

 

 


Updated, zondag 26 januari 2003
Today is The Day...

...AP Online

(Colofon)
hosted by
Hosted by XS4ALL

Go to The Top

© Layout 

mailto:

The Amsterdam Post

The Amsterdam Post

Only Words
Only Wordy
Only Worthy
Free